
Eigen Foto
Maarten Bogaers schrijft lied over het Spaarne
HAARLEM Voor veel artiesten is het een moeilijke periode. Op een paar weken na, konden ze het hele jaar niet optreden. Singer songwriter Maarten Bogaers besteedde zijn tijd onder andere aan het schrijven van nieuw werk en kwam onder andere met het prachtige ‘Als druppels de spiegels van het Spaarne breken’.
Bogaers trad in februari voor het laatst op, naar aanleiding van zijn bundel met ongehoorde liedjes die in 2019 uitkwam. Hij hoopte zijn repertoire regionaal kleinschalig ten gehore te brengen, maar het liep anders. Hij hoopt in 2021 weer live te kunnen spelen maar heeft de afgelopen maanden niet stilgezeten. Bogaers: “Ik deed onder andere een gooi naar Haarlems stadsdichter en schreef een stadsgedicht. Aangezien een lied me, als singer songwriter, toch wat beter past heb ik het nadien uitgewerkt tot het nummer: ‘Als druppels de spiegels van het Spaarne breken’. Een nummer dat ik graag met de lezers van de krant deel aan het begin van het nieuwe jaar”.
Als druppels de spiegels van het Spaarne breken
O stad, o plein, o straat…
mos tussen de stenen.
Huizen, muren, oude paden…
waarin de tijd verdween.
Wijken, lanen, fraaie vergezichten…
waar muziek verwaaid
als zand verstrooid.
En de wind die raast maar
door de straten, over stenen.
De regen wijst naar het café.
Waar de nacht ons bracht
wat de dag ons niet kon geven
waar we toostten op het leven
en op onze stad van lang geleden.
En al valt de regen hard,
met bakken neer
op de muziekkapel
daar in de Hout gelegen.
Als druppels de spiegels
van het Spaarne breken.
Dit is onze stad waarin we leven.
De oude jas,
die we samen delen.
Met de Toneelschuur
in de Smedestraat
Mephisto, de Kater
en de Haas.
De Jazzclub, Stalker, het oude Patronaat
1900
in de Barteljorisstraat
waar Loutje op zijn voetstuk staat
Op de markt nabij de winkelstraat
Van Klokhuisplein tot Schagchelstraat
Van Noord
tot aan de Leidschevaart
Ach mooie Nel en Adriaan
Malle Babbe en Pa Pinkelman
Teisterbant
Vijftig jaar geleden…
Waar mensen komen, mensen gaan
rond de Bavo waar de klokken slaan
jij en ik…
we komen er vandaan
en jij en ik,
we komen hier vandaan
En al valt de regen hard,
met bakken neer
op de muziekkapel
daar in de Hout gelegen.
Als druppels de spiegels
van het Spaarne breken.
Dit is onze stad waarin we leven.
De oude jas,
die we samen delen.
Maarten Bogaers werd in 1966 geboren in Zoetermeer (Zuid-Holland). Vanaf zijn elfde speelde hij gitaar en vanaf zijn zestiende schreef hij teksten. Hij speelde, in verschillende formaties, voornamelijk Nederlandstalig repertoire. Met de bundel ‘Ongehoorde liedjes’, waarin een selectie is opgenomen van zijn beste nummers, maakt Bogaers zijn debuut. Ruim een jaar heeft Bogaers besteed, tijdens zijn dagelijkse treinreis van Overveen naar Amsterdam, aan het vastleggen van zijn nummers in zijn iPhone. Dit vormde uiteindelijk de basis van de bundel met liedjes. Een bundel die goede recensies kreeg. Zo oordeelde de Metro bijvoorbeeld: “Als je ze leest voelen ze als biografische gedichten zonder platheid of dit heb ik eerder gehoord”