
Jaap Lampe zal volle zalen missen
HAARLEM "Je staat niet net als een burgemeester 24 uur per dag aan, maar als je op zondag langs de schouwburg fietst en is er wat, dan stap je toch even binnen", zegt algemeen directeur Jaap Lampe. Bijna zestien jaar was hij voor en vooral achter de schermen betrokken bij de programmering in de Stadsschouwburg en de Philharmonie. Los van de jaren dat de schouwburg gerenoveerd werd natuurlijk. "Wethouder Jan Haverkort had het bij het rechte eind om de renovatie van de podia op de begroting te zetten. ‘t Was aan ons om dat daarna tot een succes te maken". Op de dag dat deze krant verschijnt neemt Jaap Lampe afscheid als directeur van de Stadsschouwburg.
Willem Brand
Cultuur kwam in een dip toen de overheid in 2011 de kraan dicht draaide en Wilders riep dat kunst voor de wijndrinkende grachten-gordel was. Lampe: "We hebben bewezen dat dat niet zo is". Vanaf de start stond bij hem voorop om zo breed mogelijk te programmeren, van Frans Bauer tot Bach. "We zijn er voor iedereen. Maar theater moet er ook inhoudelijk toe doen. Soms opent een cabaretier je de ogen. Theo Maassen vertelde over fairtrade hagelslag. Dat ene pak in de schappen is op een eerlijk manier tot stand gekomen, de andere tien niet. Dat moet toch andersom zijn".
Lampe: "Een directeur is net een dominee. Die zegt ook: mensen kom hier, moet je kijken hoe mooi en belangrijk.' Hij geeft toe dat in Haarlem cultuur op een vruchtbare bodem gedijt. De stad telt vele toneelgroepen en ook dans heeft een grote basis. Maar goed programmeren gaat niet vanzelf hoewel je 90 procent van wat je koopt niet hebt gezien. In het bedrijfsleven onmogelijk, in het theater kan het niet anders. Aan het eind van de dag telt dan toch de zaalbezetting en die is in Haarlem hoger dan in de rest van het land", meldt hij trots.
SCROOGE Een betere lobbyist had Haarlem niet kunnen hebben. Maar soms, moet hij ook eerlijk bekennen, kwam het wel eens uit zijn tenen als hij op zondag lekker in de tuin stond te werken en toch op stap moest om gewassen en wel op de fiets te stappen om de artiesten welkom te heten.
De Haarlemse artiesten hebben ons echt goed geholpen bij Scrooge
Ongetwijfeld Jaap's mooiste prestatie is Scrooge. "De eerste keer in 2011 zat het bestuur met samengeknepen billen te kijken. Er waren twintig voorstellingen gepland. Een ambtenaar zei: Strikt genomen is dit niet jullie opdracht. Stel dat het fout gaat, wie draait er dan op voor de kosten?" Een legitieme vraag natuurlijk. Maar Scrooge sloeg aan. "Het komt ook omdat de Haarlemse artiesten ons zo goed hebben geholpen. Erik van Muiswinkel, Brigitte Kaandorp, Rieks Swarte. Natuurlijk kregen ze normaal betaald, maar minder dan dat ze elders konden krijgen. Joost Prinsen zei na afloop. Ik zou zo nog een maand door kunnen. Ik heb wel vóór kinderen gespeeld, maar nooit met".
'Scrooge' begint altijd met het vinden van een hoofdartiest. Die verzint het verhaal en zorgt voor de invulling. Lampe: "Brigitte Kaandorp vond dat best spannend. 'Scrooge' lijkt een feelgood en gezellig kerstding, maar het gaat veel verder. Je betrekt mensen uit de gemeenschap. En dan ineens weet de stad: dit is van ons".
CAMARETTEN Jaap Lampe wilde zelf ook aan het toneel. Op zijn zeventiende ging hij elke woensdagavond en zaterdagochtend met de bus van IJmuiden naar Amsterdam om het vak te leren. "Docent Jacques Commandeur hield erg van voetbal, net als ik. Dan haasten we ons op na de les op woensdag naar café De Doffer om Europacupwedstrijden te kijken. Ik was te jong, vond hij. Hij raadde me aan om de kleinkunstacademie te gaan doen, maar ik wilde naar het grote toneel".
Toch deed hij in 1982 met Ferdinand Grapperhaus, de huidige minister van Justitie, mee aan Camaretten. Helaas strandde het cabaretduo in de voorronde. Via Theater Bellevue/Nieuwe de la Mar, waar hij in 1987 zakelijk leider werd, rolde hij in het vak. Niet op de bühne, maar achter de schermen. "Wat niet wegneemt dat ik het leuk vindt om op toneel iets te zeggen". Als charmante theaterburgemeester dus.
Voor Haarlems Weekblad schreef Jaap vanaf 2007 elke week een column, ruim vijfhonderd in totaal. Hobbies en gezin waren vaak een begin waar het toneelhaakje aan werd opgehangen. Zoals over de jeugdvoorstelling 'De Pindakaasprins', die hij schreef toen zijn twee zoons net veganist waren geworden. "Mijn vrouw en ik zijn hen daarin gevolgd". Die en nog 74 andere columns zijn bij zijn afscheid nu gebundeld.


