
Column: Kerstbomenjacht
Onderweg naar de inzamelingsplek schoot de enige kerstbomenjacht waar ik in mijn jeugd in Scheveningen aan heb meegedaan door mijn hoofd. Eind jaren zestig was er overigens bijna niemand die zijn kerstboom tot na het nieuwe jaar liet staan. Dat had minder met de kwaliteit van de bomen te maken en meer met de traditie van het vreugdevuur op Oudjaarsavond. Na de Kerst gingen de jongens kerstbomen 'rausen'. Omdat mijn beste vriendje Jan het vroeg, ben ik een keer meegegaan. Ik was normaal veel te benauwd dat het knokken werd met een andere straat. Jan, wist ik, stond zijn mannetje. We brachten ze naar Doornduin, een onverwacht stuk parkduin. Daar moest ook worden gewaterd. Ik zie nog zo die gast tegen mijn broek pissen. Omdat ik hem niet kende en hij vrij agressief uit zijn ogen keek, hield ik mijn mond. Thuis ging de broek meteen de was in.
Dat jaar ging onze kunstkerstboom wéér niet op de enorme brandstapel in de Vijzelstraat. Jammer, we hadden zo'n lelijke. Het groen was hartstikke onecht en de nepperd was ook aan de magere kant. De takken stonden ver uit elkaar. Mijn jaarlijks gesoebat om een echte maakte op moeder totaal geen indruk. Haar wil was wet. Ze had een hekel aan naalden. Die vielen, wist zij, na een dag al uit en ja, dan bleef je stofzuigen!
Willem Brand